Sinds ik met de opleiding EMRA/ESTA (affectieve neurowetenschap toegepast in gedragstherapie) begon, ben ik me nog meer bewust geworden van de emoties van katten. Wat zijn het toch bijzondere dieren. We verschillen zo veel, maar hebben ook zo veel gemeen. Hoe een kat zich voelt kun je heel goed uitleggen aan de hand van onze eigen emoties. Net als wij voelen zij zich soms verlaten. Ze geven om hun kinderen en naasten. Ze voelen angst en woede, maar ook lust of plezier. Ze hebben de behoefte aan veiligheid, en stellen voedsel, water en hun territorium veilig. Het grote verschil tussen ons en katten is onze neo-cortex. Het stukje hersenen wat goed is in beredeneren en abstract denken. Het is bij ons en andere primaten verder ontwikkeld dan bij katten.
Als je dochter op kamers gaat kunnen wij mensen beredeneren dat ze over twee weken op visite komt. Maar een kat zal denken dat ze weg is, dood, en nooit meer terug komt. Als de band tussen beiden hecht is kan de kat in een fase van rouw terecht komen. Katten zijn empathische wezens, ze geven om anderen. Door hun solitaire achtergrond zijn ze hier alleen niet zo ver in gegroeid als groepsdieren zoals honden of als wij.
Katten missen dus anderen. Maar net als mensen kunnen ze ook de pest aan anderen hebben. Op kantoor ken je vast wel iemand die je liever uit de weg gaat, dat je blij bent dat je niet met hem samen in één huis hoeft te wonen. Soms kun je hem gewoon niet uit de weg gaan en maakt hij weer een rotopmerking. Dan fantaseer je dat je hem een stevig klap op zijn grijnzende muil geeft zodat zijn tanden één voor één, als een rij dominostenen, uit zijn mond op de vloer vallen.
Een kat kan niet fantaseren omdat zijn neo-cortex niet voldoende ontwikkeld is. Als een kat een collega-kat niet uit de weg kan gaan, dan slaat hij er op, met alle gevolgen van dien.
En dan maakt het ook nog uit hoe goed onze dag was. Trap je ’s ochtends in braaksel van je kat, trekt je een ladder in je panty, de koffie is ook nog eens op en je staat op weg naar kantoor in de file… dan kom je met een humeur van -10 op kantoor. Een opmerking van je favoriete collega is dan al genoeg om het stadium fantasie over te slaan. Terwijl als je die ochtend er achter was gekomen dat je de Staatsloterij gewonnen, dan had je een kopje koffie voor je collega had gehaald.
Het humeur van de kat is heel belangrijk in de gedragstherapie. Een kat die altijd op -10 zit heeft veel minder veerkracht dan een kat die constant de loterij wint. Het is zaak om de omgeving van de -10 kat zo aan te passen dat hij ook het gevoel heeft het winnende lot in bezit te hebben. Daar los je een hoop van de gedragsproblemen mee op.
Een begin kun je maken door je kat de mogelijk te geven om zijn natuurlijk gedrag uit te voeren. Denk hierbij aan jagen, onderzoeken, klimmen, springen en krabben. Maar geef hem ook de mogelijkheid andere katten te vermijden. Laat deuren op een kier, bied schuilmogelijkheden en hoge plekjes aan. En heel belangrijk, werk aan een goede band met je kat. Geef hem de aandacht en liefde die hij nodig heeft. Dat hoeft niet altijd door te knuffelen, sommige katten houden daar niet van, maar het kan ook door tegen hem te praten of met hem te spelen.
Ik hoop dat jij en je kat de hoofdprijs winnen!